Vroege computers gebruikten verschillende methoden om gegevens in te voeren, afhankelijk van de ERA en de specifieke computer:
Early Machines (1940s-1950s):
* Ponse kaarten: Dit waren de meest voorkomende invoermethode. Gegevens werden gecodeerd als gaten die op specifieke locaties op een kaart werden geslagen.
* Paper tape: Vergelijkbaar met geslagen kaarten, maar gegevens werden gecodeerd als gaten in een continue strook papier geslagen.
* Handmatige schakelaars: Sommige vroege computers gebruikten rijen schakelaars die konden worden omgedraaid of uitgeschakeld om binaire cijfers te vertegenwoordigen.
Latere generatie computers (1950s-1960s):
* magnetische tape: Deze methode bood een grotere opslagcapaciteit en snellere gegevensoverdrachtssnelheden dan geponste kaarten of papieren tape.
* Typemachines: Vroege computers gebruikten elektrische typemachines die op de machine zijn aangesloten om tekstgegevens in te voeren.
Beyond Input Devices:
* Directe programmering: Vroege computers werden vaak direct geprogrammeerd met behulp van binaire codes of assemblietaal via een reeks schakelaars en lichten op de console van de computer.
Specifieke voorbeelden:
* Eniac (1946): Gebruikte een combinatie van ponskaarten en handmatige schakelaars voor invoer.
* Univac I (1951): Gebruikte magnetische tape voor zowel invoer als opslag.
* IBM 1401 (1959): In de volksmond gebruikte ponskaarten voor invoer.
Sleutelontwikkelingen:
* De uitvinding van de transistor in de jaren 1950: Dit leidde tot kleinere, betrouwbaardere en minder krachtige computers, waarbij de weg werd vrijgemaakt voor nieuwe invoermethoden.
* De ontwikkeling van toetsenborden: Deze werden de standaard manier om tekstgegevens op computers in te voeren.
* De opkomst van muizen en andere wijzende apparaten: Deze maakten meer intuïtieve en gebruiksvriendelijke interactie met computers mogelijk.
Samenvattend evolueerden de inputmethoden die in vroege computers in de loop van de tijd zijn gebruikt en werden ze steeds geavanceerder en gebruiksvriendelijker. Terwijl geslagen kaarten en papieren tape het vroege tijdperk domineerden, kregen magnetische tape en toetsenborden later bekend als technologie. |