Een motor is een uitgang apparaat. Dit is waarom:
* invoer: Een invoerapparaat biedt informatie of opdrachten voor een systeem. Voorbeelden zijn toetsenborden, muizen, microfoons, enz.
* Uitvoer: Een uitvoerapparaat geeft een resultaat weer of produceert een resultaat op basis van de invoer die het ontvangt. Voorbeelden zijn monitoren, sprekers, printers, enz.
Hoe een motor werkt:
* invoer: Een motor ontvangt elektrische energie als invoer.
* Uitvoer: De motor zet deze elektrische energie om in mechanische energie, wat resulteert in beweging. Deze beweging is de uitvoer van de motor.
Voorbeeld:
Denk aan een elektrische auto. De batterij van de auto levert elektrische energie (ingang) aan de elektromotoren (output), die vervolgens de wielen draaien en beweging produceren (uitgang). |