De transformatie van invoer in uitvoer wordt uitgevoerd door een systeem .
Hier is een uitsplitsing:
* invoer: De informatie of bronnen die in een systeem worden ingevoerd. Dit kan alles zijn, van grondstoffen tot gegevens tot opdrachten.
* Systeem: Elke georganiseerde verzameling onderdelen die samenwerken om een specifieke functie te bereiken. Dit kan zo eenvoudig zijn als een hendel of zo complex als een menselijk lichaam.
* Transformatie: Het proces waarbij de invoer door het systeem wordt gewijzigd of gewijzigd. Dit kan fysieke veranderingen, berekeningen of andere soort verwerking inhouden.
* Uitvoer: Het resultaat van de transformatie van het systeem op de invoer. Dit kan een eindproduct, een berekening of een andere vorm van uitvoer zijn.
Voorbeelden:
* Een autorotermotor: Input:brandstof, lucht. Transformatie:het verbranden van de brandstof en de lucht om stroom te produceren. Uitgang:beweging, uitlaat.
* Een computer: Input:gegevens, instructies. Transformatie:de gegevens verwerken en de instructies uitvoeren. Uitvoer:informatie, weergave, geluid.
* Een menselijk lichaam: Input:voedsel, lucht, water. Transformatie:spijsvertering, ademhaling, circulatie. Output:energie, beweging, afval.
In wezen is elk proces dat iets inneemt, het verandert en iets produceert, een transformatie die door een systeem wordt uitgevoerd. |