Er is niet één enkele, specifieke term voor wanneer verkeerde invoer een slechte uitvoer oplevert. Hier zijn echter enkele termen en concepten die deze situatie beschrijven:
Algemene voorwaarden:
* Garbage In, Garbage Out (Gigo): Dit is een klassiek gezegde dat het idee perfect vastlegt. Het betekent dat als u slechte gegevens van een systeem voedt, u onbetrouwbare of nutteloze resultaten krijgt.
* Foutpropagatie: Dit verwijst naar hoe fouten in de invoergegevens kunnen worden versterkt of verspreid door de berekeningen of processen binnen het systeem, wat leidt tot meer significante fouten in de uitvoer.
* Gegevensvalidatie: Dit is een proces waarbij het systeem de invoer controleert om ervoor te zorgen dat het aan bepaalde criteria voldoet voordat het wordt verwerkt. Als de gegevens ongeldig zijn, kan het systeem deze afwijzen, om correctie vragen of op een specifieke manier omgaan om de impact van slechte gegevens te minimaliseren.
* robuustheid: Een systeem wordt als robuust beschouwd als het ongeldige of onverwachte input aankan zonder te crashen of volledig nutteloze uitvoer te produceren.
Meer specifieke termen:
* Data -corruptie: Dit beschrijft situaties waarin de invoergegevens worden gewijzigd of beschadigd, wat leidt tot fouten in de uitvoer.
* Logische fouten: Deze doen zich voor wanneer de logica van het programma gebrekkig is, waardoor het een verkeerde interpretatie van geldige invoer verkeerd interpreteert en onjuiste uitvoer produceert.
* Syntaxisfouten: Dit zijn fouten in de manier waarop de invoer is opgemaakt of gestructureerd, waardoor het voor het systeem onmogelijk is om te begrijpen of te verwerken.
* Uitzonderingen: Dit zijn gebeurtenissen die de normale stroom van het programma verstoren, vaak veroorzaakt door onverwachte of ongeldige invoer.
Uiteindelijk is de beste om te gebruiken term afhankelijk van de specifieke context en het type fout dat zich voordoet. Het is belangrijk om de hoofdoorzaak van de slechte output te begrijpen om deze effectief aan te pakken. |