Dit is waarom:

* input Apparaten nemen informatie van de buitenwereld en vertalen deze in een indeling die een computer kan begrijpen. Voorbeelden zijn toetsenborden, muizen, microfoons en scanners.

* Uitgang Apparaten nemen informatie van de computer en presenteren deze aan de gebruiker. Voorbeelden zijn monitoren, printers, sprekers en koptelefoons.

Sprekers ontvangen audiosignalen van een computer of ander apparaat en converteren ze in geluidsgolven die we kunnen horen. Dit betekent dat ze informatie uitvoeren en deze niet opnemen.