In een niet-afgeschermde UTP-kabel (Twisted Pair) bevinden zich vier paar kleurgecodeerde draden. Elk paar bestaat uit één effen gekleurde draad en één gestreepte gekleurde draad. De paren zijn in elkaar gedraaid om elektromagnetische interferentie te verminderen.
De aderparen in een UTP-kabel worden aangeduid als:
- Oranje en wit/oranje
- Groen en Wit/Groen
- Blauw en wit/blauw
- Bruin en wit/bruin
Het oranje paar wordt gebruikt voor gegevensoverdracht, terwijl het groene paar wordt gebruikt voor gegevensontvangst. De blauwe en bruine paren worden voor andere doeleinden gebruikt, zoals power over Ethernet (PoE) of spraak.
De volgende tabel toont de aderkleurcodes voor UTP-kabels:
Koppelen | Effen kleur | Gestreepte kleur
----------|-----------------|------------------
Oranje | Oranje | Wit/oranje
Groen | Groen | Wit/Groen
Blauw | Blauw | Wit/Blauw
Bruin | Bruin | Wit/Bruin
Bij het afsluiten van een UTP-kabel moeten de aderparen in de juiste volgorde worden aangesloten om een goede dataoverdracht te garanderen. Het volgende diagram toont de juiste bedradingsvolgorde voor een RJ-45-connector:

Zoals je kunt zien, zijn de oranje en groene paren verbonden met de pinnen die zich het dichtst bij de rand van de connector bevinden, terwijl de blauwe en bruine paren zijn verbonden met de pinnen die het verst van de rand verwijderd zijn. Dit is de standaard bedradingsvolgorde voor UTP-kabels en staat bekend als de "EIA/TIA 568A"-standaard.
Er is nog een bedradingsvolgorde genaamd de "EIA/TIA 568B"-standaard, maar deze wordt niet zo vaak gebruikt als de 568A-standaard. Het enige verschil tussen de twee standaarden is dat het blauwe paar en het oranje paar omgedraaid zijn.
Als u niet zeker weet welke bedradingsvolgorde u moet gebruiken, kunt u het beste contact opnemen met de fabrikant van uw netwerkapparatuur. |