Onderdelen van de besturingseenheid
1. Instructieregister (IR) :Slaat de instructie op die momenteel wordt uitgevoerd.
2. Programmateller (PC) :Houdt het adres bij van de volgende op te halen instructie.
3. Decoder :Decodeert de instructie in de IR en bepaalt welke actie moet worden ondernomen.
4. Besturingslogica :Genereert besturingssignalen die de andere componenten van de CPU vertellen wat ze moeten doen.
5. Geheugenadres registreren :slaat het adres op van de geheugenlocatie waartoe toegang wordt verkregen.
6. Geheugengegevens registreren :slaat tijdelijk gegevens op die worden gelezen uit of geschreven naar het geheugen. |