Invoer
* Stroombron: Beveiligingslampen vereisen doorgaans een stroombron van 120 volt wisselstroom. Dit kan via een standaard stopcontact of via een bedrade verbinding.
* Bewegingssensor: De bewegingssensor is het apparaat dat beweging detecteert en het licht aanzet. Bewegingssensoren kunnen passief infrarood (PIR) of actief infrarood (AIR) zijn. PIR-sensoren detecteren veranderingen in warmte, terwijl AIR-sensoren een infraroodstraal uitzenden en op zoek gaan naar onderbrekingen in de straal.
* Omgevingslichtsensor: De omgevingslichtsensor detecteert de hoeveelheid licht in de omgeving en kan worden gebruikt om te voorkomen dat het licht overdag aangaat.
Uitvoer
* Licht: Het licht is de output van het veiligheidslicht. Beveiligingslampen maken doorgaans gebruik van gloeilampen of LED-lampen.
* Alarm: Sommige beveiligingslampen bevatten ook een alarm dat afgaat wanneer het licht wordt geactiveerd. |