Twee veelvoorkomende problemen met PATA (Parallel ATA) harde schijven zijn:
1. Kabelproblemen: PATA gebruikt een relatief brede, platte kabel die gevoeliger is voor beschadiging en slijtage dan de SATA-kabels die deze hebben vervangen. Losse verbindingen, verbogen pinnen of degradatie van kabels zijn vaak voorkomende oorzaken van gegevensverlies, systeeminstabiliteit of volledige schijfstoringen. De gevoeligheid van de 80-aderige kabel voor interferentie betekent ook dat zelfs met goede verbindingen de prestaties kunnen worden beïnvloed als deze op de verkeerde manier worden gelegd of in een luidruchtige omgeving.
2. Hoger uitvalpercentage (vergeleken met latere technologieën): Hoewel individuele schijven varieerden, hadden PATA-harde schijven als technologiegroep over het algemeen een hoger uitvalpercentage gedurende hun levensduur vergeleken met latere SATA- en NVMe-schijven. Dit komt door een aantal factoren, waaronder oudere productietechnieken, minder robuuste componenten (vooral wat betreft de lees-/schrijfkoppen) en een minder geavanceerd foutcorrectiesysteem. Dit resulteerde in een grotere kans op mechanische storingen (hoofdcrashes) en gegevenscorruptie. |