De volgende stap bij het configureren van een harde schijf na het uitvoeren van een low-level format is het partitioneren en formatteren van de schijf. Partitioneren houdt in dat de fysieke harde schijf wordt verdeeld in een of meer logische secties die partities worden genoemd. Elke partitie kan vervolgens onafhankelijk worden geformatteerd met een bestandssysteem, zoals NTFS, FAT32 of exFAT, om deze bruikbaar te maken voor het besturingssysteem.
Hier volgen de algemene stappen voor het partitioneren en formatteren van een harde schijf:
1. Open Schijfbeheer:
- Druk op Windows-toets + R om het dialoogvenster Uitvoeren te openen.
- Typ "diskmgmt.msc" en druk op Enter om het hulpprogramma Schijfbeheer te starten.
2. Initialiseer schijf (indien nodig):
- Als de harde schijf nieuw is of nog niet eerder is geïnitialiseerd, moet u deze mogelijk initialiseren voordat u gaat partitioneren.
- Klik met de rechtermuisknop op de schijf en selecteer 'Schijf initialiseren'.
- Kies de gewenste partitiestijl (GPT of MBR) en klik op "OK".
3. Maak partities:
- Klik met de rechtermuisknop op de niet-toegewezen ruimte op de harde schijf en selecteer 'Nieuw eenvoudig volume'.
- Volg de wizard op het scherm om de partitiegrootte, stationsletter en bestandssysteem op te geven.
- Klik op "Voltooien" om de partitie aan te maken.
4. Partities formatteren:
- Klik met de rechtermuisknop op de nieuw gemaakte partitie en selecteer 'Formatteren'.
- Kies het gewenste bestandssysteem (bijvoorbeeld NTFS), de grootte van de toewijzingseenheid en het volumelabel.
- Klik op "Start" om de partitie te formatteren.
Door de harde schijf te partitioneren en te formatteren, bereidt u deze voor op het opslaan en organiseren van gegevens. De specifieke stappen kunnen enigszins variëren, afhankelijk van het besturingssysteem en het schijfbeheerprogramma dat u gebruikt. |