Inlijsten :De fysieke laag voegt header- en trailerbits toe om het dataframe herkenbaar te maken voor de ontvangende host. De extra bitpatronen kunnen worden gebruikt voor synchronisatie en foutdetectie/correctie.
Bitsynchronisatie :Nadat de verbinding tot stand is gebracht, moeten de zender en ontvanger het eens worden over een gemeenschappelijke transmissiesnelheid en bittiming. De laag 1 zorgt voor synchronisatie op bitniveau.
Lijncodering :De laag 1 verzendt ruwe bits over een medium dat gevoelig kan zijn voor ruis en interferentie. Om de betrouwbaarheid en transmissiekwaliteit te verbeteren, past de fysieke laag lijncodering toe – een specifiek formaat voor het verzenden van bits (bijvoorbeeld Manchester-codering).
Fysieke link tot stand brengen en beëindigen :De fysieke laag is ook verantwoordelijk voor het tot stand brengen van een fysieke verbinding en het sluiten van de link wanneer de overdracht is voltooid. |