Het is niet eerlijk om te zeggen dat mensen die boeken lezen slimmer zijn dan degenen die tijd aan computers besteden. Dit is waarom:
* Verschillende vaardigheden: Zowel het lezen van boeken als het gebruik van computers omvatten verschillende vaardigheden. Boeken lezen ontwikkelt kritisch denken, woordenschat en begrip. Computergebruik verbetert vaak technische vaardigheden, probleemoplossende vaardigheden en digitale geletterdheid. Beide zijn waardevol en dragen bij aan verschillende aspecten van intelligentie.
* Individuele verschillen: Intelligentie is een complex concept en varieert sterk van persoon tot persoon. Iemand die uren aan computers besteedt, kan ongelooflijke coderingsvaardigheden hebben of een diep begrip van een bepaald onderwerp. Evenzo kan iemand die uitgebreid leest een enorme kennis van geschiedenis of filosofie heeft.
* Doel en context: De manier waarop mensen computers gebruiken en de inhoud die ze consumeren, is belangrijk. Iemand die uren doorbrengt met het spelen van videogames, oefent misschien niet zoveel uit zijn intellect als iemand die online een nieuwe taal leert of complexe wetenschappelijke concepten onderzoekt. Evenzo verkrijgt iemand die alleen lichte fictie leest, niet dezelfde intellectuele stimulatie als iemand die zich in de filosofie of geschiedenis verdiept.
In plaats van te vergelijken is het nauwkeuriger om te overwegen:
* Het type informatie en vaardigheden die elke activiteit ontwikkelt.
* de doelen en motivaties van het individu voor het gebruik van computers of het lezen van boeken.
* de kwaliteit en diepte van de informatie die wordt geconsumeerd.
Uiteindelijk kunnen zowel leesboeken als het gebruik van computers waardevolle hulpmiddelen zijn voor intellectuele ontwikkeling, afhankelijk van hoe ze worden gebruikt. |