Het doel van het processorbeheer van het besturingssysteem (ook wel CPU-planning of procesplanning genoemd) is om de verwerkingskracht van de CPU efficiënt te verdelen over meerdere processen of threads. De doelstellingen zijn veelzijdig:
* Maximaliseer het CPU-gebruik: Houd de CPU zoveel mogelijk bezig en minimaliseer de inactieve tijd. Dit betekent dat u ervoor moet zorgen dat er altijd een uitvoerbaar proces klaarstaat om uit te voeren.
* Eerlijkheid: Geef elk proces een eerlijk deel van de CPU-tijd, zodat geen enkel proces de bronnen kan monopoliseren en anderen kan uithongeren.
* Vereisten voor responstijd voor vergaderingen: Zorg ervoor dat interactieve processen (zoals teksteditors of webbrowsers) snel reageren op gebruikersinvoer, zelfs als er tegelijkertijd andere rekenintensieve processen actief zijn.
* Evenwicht tussen doorvoer en doorlooptijd: Zoek een balans tussen het maximaliseren van het totale aantal voltooide processen (doorvoer) en het minimaliseren van de tijd die nodig is om een individueel proces te voltooien (doorlooptijd). De optimale balans is afhankelijk van de werkdruk.
* Prioriteit: Zorg ervoor dat bepaalde processen prioriteit krijgen boven andere op basis van hun belang of urgentie. Kritische processen kunnen bijvoorbeeld een voorkeursbehandeling krijgen.
* Het voorkomen van impasses en hongersnood: Implementeer algoritmen en mechanismen om situaties te voorkomen waarin processen voor onbepaalde tijd worden geblokkeerd (impasse) of consequent de toegang tot de CPU wordt ontzegd (uithongering).
In wezen is effectief processorbeheer cruciaal voor een responsief, efficiënt en stabiel besturingssysteem. Het is een complexe taak, waarbij verschillende planningsalgoritmen (bijvoorbeeld wie het eerst komt, het eerst maalt, de kortste taak eerst, round robin, prioriteitsplanning) worden gebruikt om deze doelen te bereiken, elk met zijn eigen sterke en zwakke punten, afhankelijk van de specifieke behoeften van het systeem. |