Fundamentele typen

* Integer (int):

* Vertegenwoordigt hele getallen (geen breuken).

* Typisch 16 bits (2 bytes), 32 bits (4 bytes) of 64 bits (8 bytes) in grootte.

* Ondertekend:kan zowel positieve als negatieve waarden vertegenwoordigen.

* Niet ondertekend:kan alleen niet-negatieve waarden vertegenwoordigen.

* Voorbeelden:-10, 0, 5, 2147483647

* Floating-Point (Float/Double):

* Vertegenwoordigt getallen met fractionele delen (decimalen).

* Typisch 32 bits (4 bytes) voor `float` en 64 bits (8 bytes) voor` double`.

* Volgt IEEE 754 -standaard voor weergave.

* Voorbeelden:3.14, -0.005, 1.2345E -10

* karakter (char):

* Vertegenwoordigt een enkel teken (letter, cijfer, symbool).

* Typisch 8 bits (1 byte).

* Gebruikt vaak ASCII of Unicode -codering voor het in kaart brengen van tekens naar numerieke waarden.

* Voorbeelden:'a', '!', '?', '1'

boolean (bool):

* Vertegenwoordigt waarheidswaarden (waar of niet waar).

* Typisch 1 bit (hoewel vaak opgeslagen als een byte voor efficiëntie).

* Voorbeelden:waar, niet waar

Andere primitieve typen (afhankelijk van de architectuur)

* Pointer:

* Slaat het geheugenadres van een ander gegevenselement op.

* Grootte is afhankelijk van de architectuur (bijv. 32-bit of 64-bit).

* bitfield:

* Hiermee kan het verpakken van meerdere Booleaanse waarden in een enkele byte.

* Elke bit vertegenwoordigt een afzonderlijke Booleaanse waarde.

belangrijke opmerkingen

* architectuur: De exacte grootte en weergave van primitieve typen kunnen variëren tussen CPU-architecturen (bijv. X86, ARM, RISC-V).

* programmeertalen: Programmeertalen op hoog niveau zoals C, C ++, Java en Python bieden meestal hun eigen set primitieve gegevenstypen, die vaak in kaart worden gebracht aan de onderliggende CPU-typen.

Laat het me weten als je een meer gedetailleerde uitleg van een specifiek primitief type wilt!