De CPU (centrale verwerkingseenheid) wordt vaak de "hersenen" van een computer genoemd. Hoewel het een complex stuk hardware is, kan het worden onderverdeeld in vijf basisonderdelen:
1. Arithmetic Logic Unit (ALU): Dit is het deel van de CPU die verantwoordelijk is voor het uitvoeren van wiskundige bewerkingen (toevoeging, aftrekking, vermenigvuldiging, divisie) en logische bewerkingen (en, of xor, niet).
2. Regelingseenheid (Cu): De CU fungeert als de "dirigent" van de CPU. Het haalt instructies uit het geheugen op, decodeert ze en stelt andere componenten op om ze uit te voeren. Het beheert ook de gegevensstroom tussen de verschillende delen van de CPU.
3. Registers: Dit zijn kleine, snelle geheugenlocaties die gegevens en instructies bevatten die actief door de CPU worden gebruikt. Ze fungeren als tijdelijke opslag voor de Alu en Cu.
4. Cache: Dit is een klein, snel geheugen dat vaak toegankelijke gegevens en instructies opslaat. Het fungeert als een "buffer" tussen het hoofdgeheugen (RAM) en de CPU, waardoor de gegevenstoegang wordt versneld.
5. klok: De klok is een timingapparaat dat de bewerkingen van de CPU synchroniseert. Het stuurt regelmatig een signaal uit en zorgt ervoor dat alle delen van het CPU synchroon werken.
Deze vijf basisonderdelen werken samen om instructies uit te voeren en gegevens te verwerken, waardoor de kernfunctionaliteit van elke computer wordt gevormd. |