In Windows NT krijgen processen een prioriteitsniveau toegewezen en krijgen processen met hoge prioriteit een hogere prioriteit voor toegang tot de CPU. Als twee of meer processen op hetzelfde prioriteitsniveau draaien, worden ze op een round-robin-manier gepland, waarbij elk een specifiek tijdsdeel heeft om uit te voeren. Als een proces met een hogere prioriteit echter klaar is om te worden uitgevoerd, kan het een proces met een lagere prioriteit voorrang geven (onderbreken), waardoor een tijdige reactie op taken met een hoge prioriteit wordt gegarandeerd. Dit mechanisme zorgt voor een efficiënt gebruik van CPU-bronnen en prioritering van kritieke processen in Windows NT.