Een CPU slaat de volgende informatie op:
- Programma-instructies :Dit zijn de stappen die de CPU moet volgen om een programma uit te voeren. Ze worden opgeslagen in het hoofdgeheugen van de computer en worden indien nodig door de CPU opgehaald.
- Gegevens :Dit is de informatie die door het programma wordt verwerkt. Het kan alles bevatten, van cijfers en tekst tot afbeeldingen en video's.
- Registreert :dit zijn kleine, snelle geheugenlocaties die worden gebruikt om tijdelijke gegevens op te slaan die door de CPU worden verwerkt.
- Vlaggen :dit zijn stukjes informatie die de status van de CPU aangeven. De carry-vlag geeft bijvoorbeeld aan of er een overloop heeft plaatsgevonden bij het uitvoeren van een wiskundige bewerking.
- PC (programmateller) :Dit register slaat het adres op van de volgende uit te voeren instructie.
De CPU gebruikt deze stukjes informatie om programma's uit te voeren en berekeningen uit te voeren. |