Het afdrukken van een volledige werkmap is sterk afhankelijk van de software die u gebruikt (bijvoorbeeld Microsoft Excel, Google Spreadsheets, LibreOffice Calc). Het algemene proces is echter vergelijkbaar voor de meeste spreadsheetprogramma's:
1. Afdrukvoorbeeld (sterk aanbevolen):
Voordat u gaat afdrukken, moet u altijd de afdrukvoorbeeldfunctie gebruiken. Hierdoor kunt u precies zien wat er wordt afgedrukt, inclusief pagina-einden, marges, kop-/voettekstinhoud en schaling. Dit helpt voorkomen dat u papier en inkt verspilt met onverwachte resultaten.
2. Het afdrukbereik selecteren:
* Gehele werkmap: De meeste programma's hebben standaard een optie om de hele werkmap af te drukken. Vaak hoeft u niets expliciet te selecteren.
* Specifieke bladen: Als u alleen bepaalde vellen wilt afdrukken, selecteert u deze afzonderlijk of als reeks in de afdrukinstellingen.
3. Afdrukopties instellen:
Deze instellingen variëren enigszins tussen programma's, maar omvatten over het algemeen:
* Printerselectie: Kies uw gewenste printer.
* Pagina's: Geef paginanummers of bereiken op die u wilt afdrukken. Voor de hele werkmap is dit doorgaans niet nodig.
* Oriëntatie: Portret (verticaal) of Landschap (horizontaal). Kies op basis van de indeling van uw gegevens; landschap is vaak beter voor brede spreadsheets.
* Marges: Pas de marges aan zodat er meer inhoud per pagina past of om extra ruimte over te laten.
* Kop- en voetteksten: Pas kop- en voetteksten aan met zaken als datum, tijd, bladnaam, paginanummers, enz.
* Schaal: Pas de schaal aan om de inhoud op een specifiek aantal pagina's te passen of om de afdruk te verkleinen/vergroten. Dit is handig voor zeer brede of lange werkbladen.
* Afdrukkwaliteit: Selecteer de afdrukkwaliteit (concept, normaal, hoog). Hogere kwaliteit betekent een betere printresolutie, maar verbruikt meer inkt/toner.
* Kleur of zwart-wit: Selecteer afdrukken in kleur of zwart-wit om inkt/toner te besparen.
* Afdrukgebied: Definieer een specifiek cellenbereik dat u binnen een werkblad wilt afdrukken, zelfs als u meerdere werkbladen afdrukt.
4. De afdruktaak starten:
Nadat u uw afdrukinstellingen heeft geconfigureerd, klikt u op de knop "Afdrukken" om het afdrukproces te starten. Het programma stuurt de afdruktaak naar de door u geselecteerde printer.
Specifieke voorbeelden:
* Microsoft Excel: Ga naar het tabblad "Bestand" en vervolgens naar "Afdrukken". Je vindt alle hierboven beschreven printmogelijkheden.
* Google Spreadsheets: Ga naar "Bestand"> "Afdrukken". Soortgelijke instellingen zijn beschikbaar. Houd er rekening mee dat bij het afdrukken van Google Spreadsheets vaak ook het afdrukdialoogvenster van een browser betrokken is.
* LibreOffice Calc: Ga naar "Bestand"> "Afdrukken". Soortgelijke instellingen zijn beschikbaar.
Vergeet niet om uw afdrukvoorbeeld te controleren voordat u gaat afdrukken om fouten en verspilling van bronnen te voorkomen. Experimenteer met verschillende instellingen om de lay-out en het uiterlijk van uw afgedrukte werkmap te optimaliseren. |