Printers gebruiken talen niet op dezelfde manier als mensen of computers dat doen bij algemene programmering. In plaats daarvan gebruiken ze printerbesturingstalen (PCL's) om instructies voor het afdrukken te ontvangen en te interpreteren. Deze talen zijn in wezen sets opdrachten die de printer vertellen wat hij moet doen:waar tekst en afbeeldingen moeten worden geplaatst, welke lettertypen hij moet gebruiken, enz.
Verschillende PCL's komen vaak voor, waaronder:
* PostScript (PS): Een krachtige paginabeschrijvingstaal die zeer veelzijdig is en in staat is complexe afbeeldingen en lettertypen te verwerken. Vaak gebruikt in high-end printers.
* Printeropdrachttaal (PCL): Een reeks talen ontwikkeld door HP, met verschillende versies (bijvoorbeeld PCL 5, PCL 6). Veel gebruikt en relatief eenvoudig.
* ZPL (Zebra-programmeertaal): Speciaal ontworpen voor Zebra-labelprinters en andere soortgelijke thermische printers.
* ESC/POS (ontsnappingsreeks/verkooppunt): Een veelgebruikte opdrachtenset voor kassabon- en POS-printers. Het maakt gebruik van escape-reeksen (speciale codes) die in de gegevens zijn ingebed om de printer te besturen.
Veel moderne printers ondersteunen ook meer algemene rasterafbeeldingsformaten zoals PDF en TIFF; ze gebruiken echter nog steeds een PCL om deze formaten te interpreteren en uiteindelijk af te drukken. Het stuurprogramma van de printer zorgt voor de vertaling tussen deze formaten en de eigen PCL van de printer. |