Neoïsme
Neoïsme is een kunststroming die in de jaren zeventig ontstond en tot op de dag van vandaag voortduurt. Het wordt gekenmerkt door het gebruik van nieuwe media, zoals computers, printers en scanners, om kunst te creëren. Het neoïsme staat ook bekend om zijn afwijzing van traditionele kunstvormen en zijn nadruk op samenwerking en gemeenschap.
De term 'neoïsme' werd voor het eerst gebruikt door de kunstenaar Robert Adrian in 1979. Adrian definieerde het neoïsme als 'het nieuwe isme, het isme dat geen isme is, het isme dat alles en niets is'. Neoïsme wordt vaak gezien als een reactie op de dominantie van de conceptuele kunst in de jaren zeventig. Conceptuele kunstenaars hielden zich vooral bezig met de ideeën achter hun werk, en niet zozeer met de visuele of esthetische kwaliteiten van het werk zelf. Het neoïsme daarentegen omarmde de visuele en esthetische kwaliteiten van kunst.
Neoïsme is een diverse beweging die een breed scala aan kunstenaars omvat, van schilders en beeldhouwers tot muzikanten en schrijvers. Enkele van de meest bekende neoïsten zijn Monte Cazazza, Luther Blissett en Hakim Bey.
Neoïsme is tentoongesteld in musea en galerijen over de hele wereld. In 1980 hield het Museum of Modern Art in New York City een tentoonstelling genaamd 'Neoism:The Art of the New Epoch'. De tentoonstelling toonde het werk van meer dan 50 neoïstische kunstenaars. |