ATX -voedingen bieden meestal de volgende uitgangsspanningen:
Hoofdspanningen:
* +3.3V: Gebruikt voor low-power componenten zoals geheugen en de interne logica van de CPU.
* +5V: Gebruikt voor oudere componenten, hoewel nieuwere systemen vaak +5VSB (stand -by) hebben voor randapparatuur.
* +12v: De primaire elektriciteitsrail voor moderne componenten, waaronder de CPU, GPU en harde schijven.
* -12V: Gebruikt voor legacy -componenten, zelden gebruikt in moderne systemen.
* +5VSB: Standby-kracht voor het moederbord, gebruikt voor functies zoals wake-on-lan.
Andere spanningen:
* -5V: Gebruikt voor oudere componenten, zelden gebruikt in moderne systemen.
* +5V standby: Wordt gebruikt om het systeem van stroom te voorzien wanneer het zich in een lage-power toestand bevindt.
* PS-on#: Power-on-signaal, gebruikt om de PSU in te schakelen.
belangrijke opmerkingen:
* spanningsbereiken: De werkelijke uitgangsspanning van een ATX PSU kan enigszins variëren van deze nominale waarden. Fabrikanten specificeren meestal een tolerantiebereik voor elke spanningsuitgang.
* Huidige trekking: De hoeveelheid stroom die elke uitgang kan leveren, varieert tussen PSU's. Controleer de specificaties van uw specifieke voeding om de huidige ratings voor elke spanningsrail te bepalen.
* Power Connectors: Verschillende componenten gebruiken verschillende connectoren om verbinding te maken met de PSU. De +12V -rail wordt bijvoorbeeld meestal verstrekt aan het moederbord, CPU en GPU via afzonderlijke connectoren.
Voorbeeld:
Een typische ATX PSU kan de volgende uitgangen hebben:
* +3.3V (20a)
* +5V (20a)
* +12V (50a)
* -12V (0,5a)
* +5VSB (2.5a)
Dit betekent dat de PSU een maximum van 20 amp stroom kan leveren bij 3,3 volt, 20 amp stroom op 5 volt, enzovoort. |