Er zijn verschillende transmissietechnieken waarmee een computer gegevens afwisselend gegevens kan verzenden en ontvangen:
1. Half-duplex transmissie:
* Definitie: Met deze techniek kunnen gegevens in beide richtingen stromen, maar slechts één richting tegelijk. Stel je een walkietalkie voor; Je kunt alleen spreken of luisteren, niet beide tegelijkertijd.
* hoe het werkt: Het transmissiemedium wordt gedeeld door zowel de afzender als de ontvanger. Een gemeenschappelijke techniek is het gebruik van een enkel kanaal voor zowel transmissie als receptie, maar slechts één partij kan het tegelijk gebruiken.
* Voorbeeld: Oudere radiocommunicatiesystemen, enkele oudere modems.
2. Full-duplex transmissie:
* Definitie: Deze techniek maakt gelijktijdige gegevensoverdracht in beide richtingen mogelijk. Denk aan een telefoongesprek; Beide partijen kunnen tegelijkertijd spreken en luisteren.
* hoe het werkt: Deze methode gebruikt afzonderlijke kanalen voor het verzenden en ontvangen van gegevens.
* Voorbeeld: Moderne telefoonlijnen, Ethernet, vezeloptische kabels.
3. Time Division Multiplexing (TDM):
* Definitie: Deze techniek verdeelt de beschikbare bandbreedte in tijdslots. Elk apparaat krijgt een speciale tijdslot voor het verzenden van gegevens.
* hoe het werkt: Door snel te schakelen tussen verschillende gebruikers, kunnen TDM meerdere apparaten hetzelfde fysieke medium delen voor gegevensoverdracht en ontvangst.
* Voorbeeld: Traditionele digitale telefoonsystemen, sommige vormen van draadloze communicatie.
4. Frequentiedivisie multiplexing (FDM):
* Definitie: Deze techniek verdeelt de beschikbare bandbreedte in verschillende frequentiebanden. Elk apparaat krijgt een specifieke frequentieband toegewezen voor transmissie en ontvangst.
* hoe het werkt: Net als verschillende radiostations die op verschillende frequenties uitzenden, kan elk apparaat communiceren zonder te interfereren met anderen.
* Voorbeeld: Kabeltelevisiesystemen, sommige radiocommunicatiesystemen.
5. Multiplexing code divisie (CDM):
* Definitie: Deze techniek maakt gebruik van verschillende codes om onderscheid te maken tussen verschillende gebruikers die dezelfde frequentieband delen.
* hoe het werkt: Elk apparaat krijgt een unieke code toegewezen, waardoor ze zonder interferentie gegevens kunnen verzenden en ontvangen binnen dezelfde frequentieband.
* Voorbeeld: Op CDMA gebaseerde mobiele netwerken zoals Verizon en Sprint.
Het kiezen van de juiste techniek:
De keuze van de transmissietechniek hangt af van factoren zoals:
* gegevenssnelheid: Hoe snel gegevens moeten worden verzonden.
* Afstand: In hoeverre gegevens moeten reizen.
* kosten: De kosten voor het implementeren van de techniek.
* Betrouwbaarheid: Het benodigde niveau van foutcorrectie.
Het is belangrijk op te merken dat de voorwaarden "verzenden" en "ontvangen" relatief zijn. Zelfs in full-duplex communicatie worden gegevens verzonden en ontvangen in een reeks pakketten, met korte pauzes ertussenin. Dit komt omdat het fysieke transmissiemedium nog steeds wordt gedeeld, maar op een efficiëntere en gelijktijdige manier. |