Nee, CMOS verbruikt niet veel stroom. CMOS staat voor Complementary Metal-Oxide-Semiconductor, wat verwijst naar het type transistortechnologie dat wordt gebruikt om het circuit te bouwen. CMOS-transistors gebruiken heel weinig stroom als ze niet schakelen. Daarom zijn CMOS-circuits zeer geschikt voor apparaten die op batterijen werken. In vergelijking met andere logicafamilies zoals TTL (Transistor-Transistor Logic) biedt CMOS een veel lager energieverbruik. CMOS-technologie vermindert het energieverbruik door gebruik te maken van complementaire paren P-type en N-type transistors, waardoor een laag statisch energieverbruik wordt bereikt.
Het stroomverbruik van een CMOS-circuit wordt grotendeels bepaald door twee factoren:
- Dynamische vermogensdissipatie: Dit is het vermogen dat wordt verbruikt wanneer het circuit schakelt. Het is evenredig met de schakelfrequentie en de capaciteit van het circuit.
- Statische vermogensdissipatie: Dit is het vermogen dat wordt verbruikt wanneer het circuit niet schakelt. Dit komt door de lekstromen die in de transistors vloeien.
Het dynamische energieverbruik van CMOS-circuits is veel lager dan dat van bipolaire circuits, vanwege het feit dat CMOS-transistors geen stroom geleiden als ze niet schakelen. Ook het statische stroomverbruik van CMOS-circuits is zeer laag, dankzij het gebruik van hoogwaardige oxidelagen in de transistors. Als gevolg hiervan zijn CMOS-circuits zeer energiezuinig, waardoor ze ideaal zijn voor apparaten op batterijen en toepassingen met een laag vermogen. |