Er wordt niet één enkele astronomische computer gebruikt om de locatie te bepalen. De methode is afhankelijk van de context:
* Historisch gezien: Astronomische *instrumenten* zoals astrolabia, sextants en kruisstaven werden gebruikt in combinatie met astronomische tabellen (in feite vooraf berekende gegevens) om de breedtegraad (voornamelijk) en, met meer moeite, de lengtegraad te bepalen. Dit waren geen computers in de moderne zin van het woord, maar mechanische rekenhulpmiddelen.
* Modern: GPS-ontvangers (Global Positioning System) zijn de meest gebruikelijke manier om de locatie te bepalen. Hoewel ze signalen van satellieten gebruiken, hebben de onderliggende principes betrekking op astronomische metingen:nauwkeurige tijdregistratie en de bekende orbitale posities van de satellieten. De berekeningen worden gedaan door de interne computer van de GPS-ontvanger. Soortgelijke systemen bestaan, zoals GLONASS (Rusland) en Galileo (Europa).
* Gespecialiseerde toepassingen: Voor zeer nauwkeurige locatiebepaling (bijvoorbeeld bij geodesie of wetenschappelijk onderzoek) kunnen meer geavanceerde technieken worden gebruikt, waarbij astronomische waarnemingen (bijvoorbeeld de positie van sterren) met krachtige computers worden geanalyseerd. Dit kunnen computers voor algemeen gebruik zijn waarop gespecialiseerde software draait, en geen speciale 'astronomische computers'.
Kortom, er is niet één apparaat. De methoden en hulpmiddelen zijn aanzienlijk geëvolueerd, van handmatige astronomische hulpmiddelen tot zeer geavanceerde computergebaseerde systemen. |