Het hoofdgeheugen van een computer kan als volgt worden onderverdeeld:
1. Fysiek geheugen: Dit is de fysieke opslagruimte die wordt gebruikt om de momenteel actieve programma's en gegevens te bewaren. Het bestaat doorgaans uit een of meer RAM-modules.
2. Virtueel geheugen: Dit is een techniek waarmee een computer kan simuleren dat hij meer fysiek geheugen heeft dan hij in werkelijkheid heeft. Het wordt gebruikt om programma's en gegevens op te slaan die momenteel niet actief zijn, maar later mogelijk nodig zijn.
3. Cachegeheugen: Dit is een kleine hoeveelheid snel geheugen die wordt gebruikt om de meest gebruikte gegevens en instructies op te slaan. Het bevindt zich tussen de CPU en het hoofdgeheugen en kan de prestaties van een computer aanzienlijk verbeteren.
4. Registreert: Dit zijn kleine, snelle geheugencellen die zich in de CPU bevinden. Ze worden gebruikt om gegevens en instructies op te slaan die momenteel worden verwerkt. |