Vóór monitors waren er verschillende manieren om informatie weer te geven, afhankelijk van de context:
voor vroege computers:
* Teletypewriters: Dit waren mechanische apparaten die tekens op papier drukten, vergelijkbaar met een typemachine. Ze werden gebruikt voor invoer en uitvoer en konden worden gebruikt om de uitvoer van het programma weer te geven.
* kathodestraalbuizen (CRT's): Dit waren vroege displays die een straal elektronen gebruikten om afbeeldingen op een fosforscherm te maken. CRT's waren vele jaren de standaard voor computerdisplays.
* Ponse kaarten: Dit waren kaarten met gaten erin geslagen om gegevens weer te geven. Ze werden gebruikt als een vorm van input voor vroege computers.
* Paper tape: Net als met geslagen kaarten, was dit een dunne strook papier met gaten die gegevens vertegenwoordigen, vaak gebruikt voor input en programma -opslag.
Voor andere doeleinden:
* Telegraphs: Gebruikt voor communicatie over lange afstand, het verzenden van berichten over draden.
* Typemachines: Gebruikt voor het maken van documenten, waardoor tekstinvoer en -uitvoer mogelijk zijn.
* Chalkboards en blackboards: Gebruikt voor het visueel weergeven van informatie in klaslokalen en andere instellingen.
De uitvinding van de monitor, met name de CRT -monitor , revolutionaire computerinteractie, waardoor een meer visuele en interactieve ervaring mogelijk is in vergelijking met de eerdere methoden. |