1. Capaciteit (opslag): Dit verwijst naar hoeveel gegevens de harde schijf kan opslaan, gemeten in gigabytes (GB) of terabytes (TB). Uw behoeften bepalen de capaciteit die u nodig heeft; houd rekening met de grootte van uw bestanden (besturingssysteem, programma's, games, documenten, media, enz.) en hoeveel u verwacht op te slaan.

2. Interface: Dit verwijst naar hoe de harde schijf op uw computer wordt aangesloten. Veel voorkomende interfaces zijn SATA (Serial ATA) en NVMe (Non-Volatile Memory Express) voor SSD's (Solid State Drives). SATA is een standaardinterface voor zowel HDD's (harde schijven) als SSD's, terwijl NVMe specifiek voor SSD's is en aanzienlijk hogere snelheden biedt. De interface bepaalt de snelheid waarmee gegevens kunnen worden gelezen en geschreven, wat de algehele systeemprestaties beïnvloedt. Zorg ervoor dat de interface compatibel is met het moederbord van uw computer.