De opslagcapaciteit van het kortetermijngeheugen (STM), ook wel werkgeheugen genoemd, wordt over het algemeen als vrij beperkt beschouwd. De klassieke schatting, gebaseerd op de beroemde '7 ± 2'-regel van George Miller, suggereert dat STM ongeveer 5 tot 9 items tegelijk kan bevatten. Dit is echter een vereenvoudiging. De werkelijke capaciteit is afhankelijk van verschillende factoren, waaronder:
* Chunken: We kunnen individuele items groeperen in grotere, betekenisvolle eenheden (chunks), waardoor het aantal items dat we kunnen onthouden effectief toeneemt. Het onthouden van een telefoonnummer als drie delen (netnummer, voorvoegsel, lijnnummer) is bijvoorbeeld gemakkelijker dan het onthouden als tien afzonderlijke cijfers.
* Type informatie: De STM-capaciteit varieert afhankelijk van het type informatie dat wordt verwerkt. Het onthouden van een reeks cijfers kan anders zijn dan het onthouden van een reeks woorden of afbeeldingen.
* Individuele verschillen: Er is een natuurlijke variatie in STM-capaciteit tussen individuen.
Hoewel de '7 ± 2'-regel een bruikbaar cijfer oplevert, is het daarom juister om te zeggen dat de capaciteit van STM beperkt en variabel is. , in plaats van een vast aantal. Modern onderzoek richt zich vaak op de verwerkingscapaciteiten van het werkgeheugen en niet alleen op de opslagcapaciteit ervan. |