Programma's die de hoeveelheid schijfruimte die een bestand nodig heeft verminderen, worden over het algemeen gecategoriseerd als compressie hulpmiddelen. Deze tools gebruiken algoritmen om de gegevens in een bestand met minder bits weer te geven. Er zijn verschillende soorten:
* Verliesloze compressie: Deze algoritmen garanderen dat het originele bestand perfect kan worden gereconstrueerd vanuit de gecomprimeerde versie. Voorbeelden zijn onder meer:
* Zip: Een algemeen archiefformaat dat verschillende compressiemethoden ondersteunt.
* 7z: Een ander populair archiefformaat dat vaak hogere compressieverhoudingen biedt dan Zip.
* RAR: Een eigen archiefformaat dat bekend staat om zijn goede compressie.
* gzip/bzip2: Opdrachtregelhulpprogramma's die vaak worden gebruikt voor het comprimeren van afzonderlijke bestanden. Vaak gebruikt als basis voor andere archiefformaten.
* Leeglopen: Een compressie-algoritme dat door veel formaten wordt gebruikt, waaronder Zip en PNG.
* Compressie met verlies: Deze algoritmen bereiken hogere compressieverhoudingen door bepaalde gegevens te verwijderen. Dit betekent dat het gedecomprimeerde bestand niet identiek zal zijn aan het origineel, maar dat het voor bepaalde toepassingen wel dichtbij genoeg kan zijn (vooral voor afbeeldingen, audio en video). Voorbeelden zijn onder meer:
* JPEG (voor afbeeldingen): Veel gebruikt voor foto's.
* MP3 (voor audio): Een populair formaat voor muziek.
* MPEG (voor video): Een familie van standaarden voor videocompressie.
De keuze tussen lossless en lossy hangt volledig af van het type data en het acceptabele niveau van dataverlies. Lossless is essentieel voor tekstbestanden, code en andere gegevens waarbij nauwkeurigheid van cruciaal belang is, terwijl lossy vaak acceptabel is voor multimedia waarbij een kleine hoeveelheid kwaliteitsverlies niet waarneembaar is voor de menselijke zintuigen. |