Het deel van de computer dat secties van een schijf identificeert die niet worden gebruikt, is het besturingssysteem (OS) .
Hier is hoe het werkt:
* Bestandssysteem: Het besturingssysteem gebruikt een bestandssysteem om gegevens op een schijf te organiseren. Dit bestandssysteem houdt bij welke secties van de schijf worden bezet door bestanden en welke gratis zijn.
* schijfbeheer: Het besturingssysteem heeft hulpprogramma's voor het beheren van de schijf, inclusief tools om:
* Formaat: Bereid een schijf voor voor gebruik door het bestandssysteem te maken.
* Partitie: Verdeel de schijf in secties die partities worden genoemd.
* Defragment: Herschik bestanden op de schijf om de prestaties te verbeteren en ruimte vrij te maken.
* Monitoring van de schijfruimte: Het besturingssysteem bewaakt constant de beschikbare schijfruimte en verstrekt informatie aan de gebruiker via tools zoals "schijfbeheer" of "systeeminformatie".
Samenvattend: Het besturingssysteem is verantwoordelijk voor het bijhouden van de vrije ruimte op een schijf, waardoor het secties kan identificeren die niet worden gebruikt. |