52 Goed gebruik en zorg voor computerhardware -apparaten:
Algemene zorg en behandeling:
1. Doe de apparaten voorzichtig af: Vermijd niet laten vallen, stoten of schudden.
2. Houd apparaten schoon: Stof regelmatig stof met een microvezeldoek en perslucht.
3. Gebruik de juiste reinigingsoplossingen: Vermijd harde chemicaliën, water of schurende schoonmakers.
4. Bewaar apparaten op een koele, droge plaats: Vermijd extreme temperaturen en vochtigheid.
5. Bescherm apparaten tegen morsen: Houd eten en drinken weg van uw computer.
6. Haal apparaten los tijdens onweer: Beschermen tegen stroomstoten.
7. Gebruik piekbeschermers: Zorg voor stroomstabiliteit en voorkom schade.
8. Programma's correct sluiten: Vermijd abrupte afsluitingen en gegevensverlies.
9. Voer regelmatig systeemonderhoud uit: Optimaliseer de prestaties en voorkom fouten.
10. Back -up van gegevens regelmatig: Bescherm tegen gegevensverlies als gevolg van hardwarefout.
11. Werk stuurprogramma's en software bij: Handhaven compatibiliteit en beveiliging.
12. Vermijd het gebruik van externe apparaten terwijl het besturingssysteemupdates aan de gang zijn: Voorkomen potentiële conflicten.
13. Uitwijd externe opslagapparaten correct: Zorg voor gegevensintegriteit en voorkom corruptie.
14. Gebruik een beveiligd wachtwoord voor uw computer: Bescherm de toegang tot persoonlijke gegevens.
toetsenbord en muis:
15. Clean toetsenbord regelmatig: Verwijder kruimels en puin met een borstel of perslucht.
16. Gebruik een toetsenbordomslag: Voorkom stof en morsen.
17. Vermijd het gebruik van eten of drinken in de buurt van het toetsenbord: Voorkom per ongeluk morsen.
18. Gebruik een polssteun: Steun je polsen en verminder de spanning.
19. Pas de muisgevoeligheid aan: Optimaliseer comfort en nauwkeurigheid.
20. Muis reinig regelmatig: Veeg het oppervlak af met een vochtige doek.
21. Gebruik een muiskussen: Bescherm uw muis en verbetert het volgen.
Monitor:
22. Pas het scherm helderheid en contrast aan: Verlaag oogbelasting.
23. Regelmatig schone monitor: Gebruik een microvezeldoek en een schermreinigingsoplossing.
24. Handhaaf een juiste kijkafstand: Minimaliseer oogvermoeidheid.
25. Positiemonitor op oogniveau: Verminder de nekspanning.
26. Neem pauzes van schermtijd: Verminder oogvermoeidheid en spanning.
27. Gebruik een monitorstandaard: Verhoog de monitor naar de juiste hoogte.
28. Monitor kalibreren regelmatig: Zorg voor een nauwkeurige kleurreproductie.
laptop:
29. Gebruik een laptopstandaard: Verbetering van de ventilatie en ergonomie.
30. Vermijd het gebruik van de laptop op zachte oppervlakken: Zorg voor een goede ventilatie.
31. Houd de ventilatieopeningen schoon: Voorkom oververhitting.
32. Gebruik een laptopkoelkussen: Verbeter de ventilatie en voorkom oververhitting.
33. Batterij regelmatig opladen: Vermijd diepe ontlading.
34. Vermijd het gebruik van de laptop tijdens het opladen: Verminder de spanning op de batterij.
35. Laptop opslaan in een gewatteerde behuizing: Bescherm tegen krassen en hobbels.
printer:
36. Gebruik het juiste papiertype: Zorg voor een optimale afdrukkwaliteit.
37. Reinig de printer regelmatig: Verwijder papieren jam en stof.
38. Vervang inktpatronen indien nodig: Handhaaf de afdrukkwaliteit.
39. Gebruik hoogwaardige inktpatronen: Verbeter de printkwaliteit en een lange levensduur.
40. Bewaar printer inktcartridges correct: Voorkom uitdrogen.
41. Lijn printerkoppen regelmatig uit: Zorg voor een nauwkeurige uitlijning.
42. Voer periodiek een printerreinigingscyclus uit: Verwijder inkt klompen.
Hoofdtelefoons en luidsprekers:
43. Handel hoofdtelefoon met zorg: Vermijd het trekken of draaien van draden.
44. Regelmatig schone hoofdtelefoonarcups: Verwijder vuil en zweet.
45. Gebruik een koptelefoonstandaard: Voorkom verwarring en schade.
46. Pas de volumeniveaus op de juiste manier aan: Hoorzitting beschermen.
47. Vermijd het gebruik van hoofdtelefoons in hoge volumes gedurende langere periodes: Hoorzitting beschermen.
41 Verwijder stof en puin.
49. Vermijd het plaatsen van luidsprekers in direct zonlicht of warmte: Voorkom schade.
Netwerken:
50. Gebruik een beveiligd Wi-Fi-wachtwoord: Voorkom ongeautoriseerde toegang.
51. Houd netwerkapparaten bijgewerkt: Zorg voor beveiliging en prestaties.
52. Bescherm uw netwerk met een firewall: Blokkeer ongeautoriseerde toegang. |