De computer op een netwerk dat fungeert als de centrale opslaglocatie voor programma's en gebruikte gegevens wordt een server genoemd .
Dit is waarom:
* gecentraliseerde opslag: Servers zijn ontworpen om grote hoeveelheden gegevens en software te bevatten, waardoor ze de centrale hub voor netwerkbronnen zijn.
* bronnen delen: Clients (zoals uw computer) hebben toegang tot programma's en bestanden die zijn opgeslagen op de server, waardoor samenwerking en efficiënt resource management mogelijk worden.
* administratie: Serverbeheerders beheren de server, zorgen voor beveiliging, updates en de algemene functionaliteit van het netwerk.
Voorbeeld: Denk aan een bestandsserver in een bedrijf waar werknemers toegang hebben tot gedeelde documenten, applicaties en databases. |