Het lezen van bestandsinformatie over verwijderbare CDS of schijven wordt mogelijk gemaakt door het besturingssysteem (OS) In combinatie met het bestandssysteem .
Hier is een uitsplitsing:
* besturingssysteem (OS): Het besturingssysteem is het masterbesturingsprogramma van een computer. Het biedt een gebruikersinterface, beheert hardwarebronnen en stelt applicaties (zoals bestandsverkenners) in staat om met de hardware te communiceren. Wanneer u een CD of schijf invoegt, herkent het besturingssysteem deze en laadt het de juiste stuurprogramma's om er toegang toe te krijgen.
* Bestandssysteem: Het bestandssysteem is een methode voor het organiseren en opslaan van bestanden op een opslagapparaat, zoals een CD of schijf. Gemeenschappelijke bestandssystemen omvatten FAT32, NTFS (voor Windows), HFS+ (voor macOS) en ext4 (voor Linux). Het bestandssysteem bepaalt hoe gegevens worden opgeslagen, georganiseerd in bestanden en mappen en opgehaald. Het slaat ook de bestandsinformatie op, zoals bestandsnamen, maten en creatiedata.
Samenvattend:
1. U voegt de CD of schijf in.
2. Het besturingssysteem detecteert het en laadt de benodigde stuurprogramma's.
3. Het besturingssysteem gebruikt het juiste bestandssysteemstuurprogramma om de gegevens op de schijf te interpreteren.
4. Het bestandssysteemstuurprogramma leest de bestandssysteeminformatie en verstrekt deze aan het besturingssysteem.
5. Het besturingssysteem geeft deze informatie vervolgens weer aan u via een bestandsverkenner of een andere toepassing.
Daarom is het het gecombineerde werk van het besturingssysteem en het bestandssysteem waarmee u bestandsinformatie kunt lezen op verwijderbare media. |