Geheugen verwijst doorgaans naar permanente opslag. Hoewel er zowel permanente als tijdelijke opslag bestaat in de context van computer- en cognitieve processen, wordt ‘geheugen’ vaak gebruikt om het permanent vasthouden en ophalen van informatie te beschrijven, of dit nu in de context is van de opslagapparaten van een computersysteem of van het vermogen van het menselijk brein om zich te herinneren. en kennis over een langere periode vasthouden.
Hier zijn enkele voorbeelden die het gebruik van geheugen illustreren om permanente opslag te beschrijven:
Computersystemen :
- Harde schijf (HDD) en Solid State Drive (SSD) :Dit zijn permanente, niet-vluchtige opslagapparaten die gegevens kunnen bewaren, zelfs als de stroomvoorziening is uitgeschakeld.
Menselijke cognitie :
- Langetermijngeheugen :Dit verwijst naar de relatief permanente opslag van informatie die gedurende een lange periode in de hersenen wordt vastgehouden, vaak variërend van dagen, maanden of zelfs jaren.
Daarnaast zijn er ook vormen van tijdelijke opslag die bekend staan als 'werkgeheugen' of 'kortetermijngeheugen', waarbij informatie tijdelijk wordt vastgehouden voor onmiddellijke verwerking of manipulatie. Wanneer er echter in het algemeen zonder verdere specificatie naar geheugen wordt verwezen, wordt doorgaans aangenomen dat hiermee permanente opslag wordt bedoeld. |