Er zijn drie primaire interfaces waarmee een cd-station kan communiceren met een moederbord:
1. IDE (geïntegreerde aandrijfelektronica): IDE, ook wel bekend als Parallel ATA (PATA), was een veelgebruikte interface op oudere computers. Het verbindt het cd-station met het moederbord via een 40-pins of 80-pins lintkabel. IDE-schijven communiceren parallel, wat betekent dat gegevens meerdere bits tegelijk worden overgedragen.
2. SATA (Seriële ATA): SATA is een modernere interface die IDE heeft vervangen. Het maakt gebruik van een kleinere, 7-pins datakabel en communiceert serieel met het moederbord, wat betekent dat gegevens bit voor bit worden overgedragen. SATA biedt snellere gegevensoverdrachtsnelheden en verbeterde betrouwbaarheid vergeleken met IDE.
3. USB (Universele Seriële Bus): USB is een veelzijdige interface die kan worden gebruikt om een breed scala aan apparaten op een computer aan te sluiten, inclusief cd-stations. USB-drives worden via een USB-poort op het moederbord aangesloten en communiceren digitaal, waardoor eenvoudige plug-and-play-functionaliteit mogelijk is. |