Het BIOS (Basic Input/Output System) "trapt" niet in de traditionele zin. Het is er al, woonachtig in een speciaal type geheugen genaamd firmware , op het moederbord. Het is in wezen een klein programma dat permanent wordt opgeslagen in de hardware van de computer.
Hier is hoe het allemaal gebeurt:
1. Power On: Wanneer u op de aan / uit -knop drukt, begint de voeding elektriciteit naar het moederbord te verzenden.
2. Power-on Self Test (post): Het moederbord start een reeks tests om te controleren of de componenten ervan goed werken. Dit wordt beheerd door het BIOS.
3. opstartvolgorde: Het BIOS zoekt vervolgens naar een opstartbaar apparaat, meestal een harde schijf, SSD of USB -station. Dit wordt bepaald door de opstartorder die is ingesteld in de BIOS -instellingen.
4. Het besturingssysteem laden: Zodra een opstartbaar apparaat is gevonden, laadt het BIOS de opstartsector van dat apparaat, dat instructies bevat voor het starten van het besturingssysteem.
5. Overdracht over controle: Het BIOS draagt vervolgens de controle over naar het besturingssysteem, dat de functies van de computer overneemt en beheert.
Het BIOS is dus al actief wanneer u uw computer inschakelt. Het is als een ingebouwd programma dat de eerste fasen van het opstartproces beheert. |