Drie routinefouten die voorkomen in besturingssystemen en softwareapplicaties zijn:
1. Geheugenlekken: Dit gebeurt wanneer een programma geheugen toewijst, maar er niet in slaagt dit vrij te geven wanneer het niet langer nodig is. Na verloop van tijd leidt dit tot een geleidelijke uitputting van het beschikbare geheugen, waardoor het systeem uiteindelijk langzamer gaat werken, instabiel wordt of crasht. Dit is een veelvoorkomend probleem bij toepassingen met lange looptijden of toepassingen die veel objecten verwerken.
2. Identificatie van hulpbronnen: Dit gebeurt wanneer twee of meer processen voor onbepaalde tijd worden geblokkeerd, wachtend tot elkaar de bronnen vrijgeeft die ze nodig hebben. Stel je twee processen voor, A en B:A bezit bron X en heeft bron Y nodig, terwijl B bron Y bezit en bron X nodig heeft. Geen van beide kan verdergaan, wat resulteert in een stilstand. Hierdoor kan het hele systeem of delen ervan vastlopen.
3. Raceomstandigheden: Deze treden op wanneer meerdere processen of threads gelijktijdig gedeelde bronnen benaderen en manipuleren, en het uiteindelijke resultaat hangt af van de onvoorspelbare volgorde waarin deze toegangen plaatsvinden. Als de timing 'verkeerd' is, kan dit leiden tot onjuiste of inconsistente gegevens, onverwacht gedrag of crashes. Dit is vooral problematisch bij multithreaded programmeren.
Dit zijn slechts drie voorbeelden; Er bestaan nog veel meer soorten fouten, maar deze komen relatief vaak voor en vertegenwoordigen verschillende categorieën problemen. |