Het acroniem dat veel wordt gebruikt in de informatica en dat erkent dat computerfouten vaak terug te voeren zijn op onjuiste invoergegevens of onbetrouwbare programma's, is GIGO.
GIGO staat voor ‘Garbage In, Garbage Out’. Het is een idioom dat wordt gebruikt in de context van computers en informatieverwerking, waarbij wordt benadrukt dat de kwaliteit van de output afhankelijk is van de kwaliteit van de input.
Als er bij computers en digitale systemen onjuiste of gebrekkige gegevens worden ingevoerd, zal de resulterende uitvoer ook onjuist en onbetrouwbaar zijn. Dit principe benadrukt het belang van gegevensnauwkeurigheid en de noodzaak van grondige invoervalidatie en -verificatie om de betrouwbaarheid van computersystemen en de nauwkeurigheid van de output die ze produceren te garanderen. |