1. Controleer op kortsluiting in de voeding. Een kortsluiting kan ervoor zorgen dat de voeding oververhit raakt en uitvalt. Om te controleren of er kortsluiting is, koppelt u alle voedingskabels los van de computer en schakelt u vervolgens de voeding in. Als de ventilator van de voeding draait, is er geen sprake van kortsluiting. Als de ventilator van de voeding niet draait, is er sprake van kortsluiting.
2. Controleer of er een defect moederbord is. Een defect moederbord kan er ook voor zorgen dat de voeding uitvalt. Om te controleren op een defect moederbord, verwijdert u alle componenten van het moederbord en schakelt u vervolgens de voeding in. Als de ventilator van de voeding draait, is het moederbord defect. Als de ventilator van de voeding niet draait, is het moederbord niet defect.
3. Controleer op een defecte CPU. Een defecte CPU kan er ook voor zorgen dat de stroomvoorziening uitvalt. Om te controleren op een defecte CPU, verwijdert u de CPU van het moederbord en schakelt u vervolgens de voeding in. Als de ventilator van de voeding draait, is de CPU defect. Als de ventilator van de voeding niet draait, is de CPU niet defect.
4. Zorg ervoor dat de voeding het juiste vermogen heeft. De voeding moet voldoende stroom kunnen leveren voor alle onderdelen van de computer. Om het vermogen van de voeding te controleren, kijkt u op het label op de voeding. Op het label staat het maximale wattage vermeld dat de voeding kan leveren. Zorg ervoor dat het wattage van de voeding groter is dan het totale wattage van alle componenten in de computer.
5. Neem contact op met de fabrikant van de voeding. Als u alle bovenstaande stappen heeft geprobeerd en de stroomvoorziening nog steeds niet werkt, neem dan contact op met de fabrikant van de voeding. De fabrikant kan mogelijk verdere hulp bieden of de voeding vervangen. |