F1:Help of taakvenster
- Opent het Help-venster voor het actieve programma of geeft een lijst met beschikbare opdrachten weer.
F2:naam wijzigen
- Hernoemt het geselecteerde bestand, de map of het pictogram of opent een cel voor bewerking in een spreadsheet.
F3:Zoeken
- Opent een zoekvak in Verkenner of het actieve programma.
F4:Herhalen
- Herhaalt de laatste actie die in een programma is uitgevoerd of opent de adresbalk in Verkenner.
F5:Vernieuwen
- Vernieuwt het actieve venster in een programma of browser of start een diavoorstelling in PowerPoint.
F6:navigeren
- Schakelt tussen deelvensters in Verkenner of tussen secties van een document.
F7:Spellingcontrole
- Start spellingcontrole in een tekstverwerkingsprogramma.
F8:selecteren
- Breidt de selectie van tekst of objecten uit of schakelt de Uitgebreide modus in Office-programma's in.
F9:bijwerken/berekenen
- Verzendt en ontvangt berichten in Outlook of herberekent een spreadsheet in Excel.
F10:Menubalk activeren
- Activeert de menubalk in een programma en geeft beschikbare opdrachten en menu's weer.
F11:Volledig scherm
- Zorgt ervoor dat het actieve venster of programma het volledige scherm vult of de modus Volledig scherm verlaat.
F12:Functietoets
- Voert, afhankelijk van het programma, verschillende functies uit, zoals het openen van de ontwikkelaarstools of het opslaan van een document. |