Om het aantal duplicaten in een Excel-spreadsheet te tellen, kunt u de countif-functie gebruiken. De syntaxis van de countif-functie is:
```
=AANTAL.ALS(bereik, criteria)
```
Waar:
* bereik is het cellenbereik waarin u de duplicaten wilt tellen.
* criteria zijn de criteria die u wilt gebruiken om de duplicaten te tellen.
Als u bijvoorbeeld een celbereik A1:A10 hebt dat de volgende waarden bevat:
```
Appel
Oranje
Banaan
Appel
Oranje
Peer
Banaan
Appel
```
En als u het aantal keren wilt tellen dat de waarde 'Apple' in het bereik voorkomt, gebruikt u de volgende formule:
```
=AANTAL.ALS(A1:A10, "Appel")
```
Deze formule retourneert de waarde 3, omdat de waarde 'Apple' drie keer voorkomt in het bereik A1:A10.
U kunt ook de countif-functie gebruiken om het aantal duplicaten in een kolom of rij te tellen. Als u bijvoorbeeld een gegevenskolom heeft die de volgende waarden bevat:
```
Appel
Oranje
Banaan
Appel
Oranje
Peer
Banaan
Appel
```
En als u het aantal keren wilt tellen dat de waarde 'Apple' in de kolom verschijnt, gebruikt u de volgende formule:
```
=AANTAL.ALS(A:A, "Appel")
```
Deze formule retourneert de waarde 3, omdat de waarde 'Apple' drie keer voorkomt in kolom A.
U kunt ook de countif-functie gebruiken om het aantal duplicaten te tellen in een bereik van cellen die niet aaneengesloten zijn. Als u bijvoorbeeld een celbereik heeft dat de volgende waarden bevat:
```
Appel
Oranje
Banaan
Appel
Oranje
Peer
Banaan
Appel
```
En u wilt het aantal keren tellen dat de waarde "Apple" in het bereik voorkomt, maar u wilt de cellen die niet aan elkaar grenzen niet meetellen, dan gebruikt u de volgende formule:
```
=AANTAL.ALS(A1:A10, "Appel")-AANTAL.ALS(OFFSET(A1:A10,,1), "Appel")
```
Deze formule retourneert de waarde 2, omdat de waarde "Apple" twee keer voorkomt in het bereik A1:A10, maar slechts één keer in het bereik A2:A10. |