Er zijn een paar verschillende manieren om rijen automatisch te nummeren in Excel.
1. De functie RIJEN gebruiken
De functie RIJEN retourneert het aantal rijen in een celbereik. U kunt deze functie gebruiken om rijen automatisch te nummeren door een formule te maken die verwijst naar de functie RIJEN.
De volgende formule nummert bijvoorbeeld de rijen in het bereik A1:A10:
```
=RIJEN(A1:A10)
```
Deze formule levert de volgende resultaten op:
```
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
```
2. De RIJ-functie gebruiken
De functie RIJ retourneert het nummer van de huidige rij in een celbereik. U kunt deze functie gebruiken om rijen automatisch te nummeren door een formule te maken die verwijst naar de RIJ-functie.
De volgende formule nummert bijvoorbeeld de rijen in het bereik A1:A10:
```
=RIJ(A1)
```
Deze formule levert de volgende resultaten op:
```
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
```
3. De functie Automatisch aanvullen gebruiken
U kunt ook de functie Automatisch aanvullen gebruiken om rijen automatisch te nummeren. Om dit te doen, selecteert u eenvoudigweg de cel die het startnummer bevat, klikt en sleept u vervolgens de vulgreep naar de cellen die u wilt nummeren.
Als u bijvoorbeeld de rijen in het bereik A1:A10 wilt nummeren, selecteert u cel A1, typt u het getal 1 en klikt u vervolgens op de vulgreep en sleept u deze naar cel A10. Hierdoor worden de rijen in het bereik A1:A10 automatisch genummerd.
4. Een macro gebruiken
U kunt ook een macro gebruiken om rijen automatisch te nummeren. Om dit te doen, moet u een macro maken die de code bevat om de rijen te nummeren.
De volgende macro nummert bijvoorbeeld de rijen in het bereik A1:A10:
```
SubnummerRijen()
Dim ik zo lang
Voor i =1 tot 10
Cellen(i, 1).Waarde =i
Volgende ik
Einde sub
```
Om deze macro te gebruiken, opent u eenvoudig de Visual Basic Editor (VBE) en plakt u de code in het VBAProject-venster. Klik vervolgens op de knop Uitvoeren om de macro uit te voeren. Hierdoor worden de rijen in het bereik A1:A10 automatisch genummerd. |