AGP (Accelerated Graphics Port) en PCI Express (Peripheral Component Interconnect Express) zijn beide uitbreidingssleuven die worden gebruikt om grafische kaarten op het moederbord van een computer aan te sluiten. AGP werd geïntroduceerd in 1997, terwijl PCI Express in 2004 werd geïntroduceerd.
Hier zijn enkele verschillen tussen AGP en PCI Express:
* Snelheid: PCI Express is veel sneller dan AGP. AGP heeft een maximale overdrachtssnelheid van 528 MB/s, terwijl PCI Express een maximale overdrachtssnelheid van 32 GB/s heeft. Dit betekent dat PCI Express gegevens ruim 60 keer sneller kan overdragen dan AGP.
* Schaalbaarheid: PCI Express is schaalbaarder dan AGP. AGP kan slechts één grafische kaart tegelijk ondersteunen, terwijl PCI Express meerdere grafische kaarten kan ondersteunen. Dit maakt krachtigere grafische configuraties mogelijk.
* Energie-efficiëntie: PCI Express is energiezuiniger dan AGP. AGP-kaarten halen stroom uit het moederbord, terwijl PCI Express-kaarten stroom halen uit de voeding. Dit betekent dat PCI Express-kaarten niet zoveel druk op het moederbord uitoefenen als AGP-kaarten.
* Vormfactor: PCI Express-kaarten zijn kleiner dan AGP-kaarten. Dit betekent dat ze in kleinere gevallen kunnen worden geïnstalleerd.
AGP wordt nu als verouderd beschouwd en de meeste moderne computers gebruiken PCI Express. |