Het coderingsproces van een 48-bits sleutel werkt op dezelfde manier als langere sleutels, maar met aanzienlijk verminderde beveiliging. Het kernconcept blijft hetzelfde:het gebruik van een wiskundig algoritme (cijfer) om platte tekst om te zetten in cijfertekst, waarbij de sleutel als cruciale parameter wordt gebruikt. De kleinere sleutelgrootte is het kritische verschil.
Hier is een overzicht:
* Beperking van de sleutelgrootte: De belangrijkste impact van een 48-bits sleutel is de beperkte sleutelruimte. Een 48-bits sleutel staat slechts 2
48
toe (ongeveer 281 biljoen) mogelijke sleutels. Dit is ongelooflijk klein vergeleken met moderne standaarden (bijvoorbeeld 128-bits of 256-bits sleutels). Een aanval met brute kracht (elke mogelijke sleutel proberen) wordt rekenkundig haalbaar met voldoende middelen.
* Cijferalgoritme: Het specifieke versleutelingsalgoritme (bijvoorbeeld DES, een 64-bits blokcode, zou *theoretisch* kunnen worden aangepast, hoewel het inefficiënt en onveilig is met een 48-bits sleutel) dicteert de precieze stappen die betrokken zijn bij het versleutelen en ontsleutelen. Het algoritme gebruikt de sleutel om de gegevens op een complexe en hopelijk onomkeerbare manier te versleutelen.
* Versleutelingsstappen (algemeen):
1. Invoer in platte tekst: Het bericht of de gegevens die moeten worden gecodeerd (plaintext), worden in het cijfer ingevoerd.
2. Toetsuitbreiding (vaak): De sleutel kan binnen het cijfer worden uitgebreid of andere transformaties ondergaan om meerdere subsleutels te genereren die in verschillende stadia van het versleutelingsproces worden gebruikt. Dit is gebruikelijk in algoritmen zoals DES.
3. Ronde functies: Het cijfer maakt doorgaans gebruik van meerdere coderingsrondes. In elke ronde wordt een deel van de leesbare tekst verwerkt met behulp van een combinatie van de subsleutel en verschillende wiskundige bewerkingen (substituties, permutaties, bitsgewijze bewerkingen).
4. Cijfertekstuitvoer: Na alle rondes is het eindresultaat de gecodeerde gegevens (cijfertekst).
* Decodering: Het decoderingsproces keert deze stappen in wezen om met hetzelfde algoritme en dezelfde sleutel.
Waarom 48-bits sleutels extreem onveilig zijn:
* Bruteforce-aanvallen: Met moderne rekenkracht kan een 48-bits sleutel gemakkelijk met brute kracht worden gekraakt. Gespecialiseerde hardware of gedistribueerde computernetwerken kunnen de volledige sleutelruimte relatief snel uitputten.
* Bekende aanvallen in platte tekst: Als een aanvaller zelfs maar een kleine hoeveelheid leesbare tekst en de bijbehorende cijfertekst heeft, kan hij de zoekruimte voor de sleutel aanzienlijk verkleinen.
* Andere cryptanalytische aanvallen: Verschillende andere geavanceerde aanvallen (zoals differentiële of lineaire cryptanalyse) kunnen zwakke punten in het ontwerp van de code uitbuiten, waardoor de tijd die nodig is om de codering te doorbreken zelfs nog verder wordt verkort.
Kortom:een 48-bits sleutel biedt in elke moderne context een verwaarloosbare beveiliging. Het mag nooit worden gebruikt voor het beschermen van gevoelige informatie. De sleutelgrootte is simpelweg te klein om zelfs redelijk geavanceerde aanvallen te weerstaan. |