Virussen zijn er in een grote verscheidenheid aan vormen. Er is niet één vorm. Veel voorkomende vormen zijn onder meer:
* Spiraalvormig: Staafvormig of draadvormig, als een lange spiraal.
* Icosahedraal: Een 20-zijdige veelhoekvorm, die er vaak bolvormig uitziet.
* Omhuld: Deze virussen hebben een lipidemembraan dat hun capside (eiwitomhulsel) omringt, waardoor ze een meer ronde, soms pleomorfe (variabele) vorm krijgen.
* Complex: Deze hebben een meer onregelmatige structuur, waarbij vaak kenmerken van spiraalvormige en icosahedrale vormen worden gecombineerd. Bacteriofagen (virussen die bacteriën infecteren) zijn een goed voorbeeld van complex gevormde virussen.
Het antwoord is dus niet één enkele vorm, maar eerder een reeks vormen, afhankelijk van het specifieke virus. |