Geen enkel virus verspreidt zich volledig zelfstandig van computer naar computer, zonder enige vorm van interactie of gebruikersactie. Ze hebben een vector nodig, een transportmiddel. Dit kan zijn:
* Netwerkverbindingen: Dit is de meest gebruikelijke methode. Wormen, een soort zelfreplicerende malware, kunnen zich over netwerken (zoals internet of een lokaal netwerk) verspreiden door kwetsbaarheden in software te misbruiken of gecompromitteerde accounts te gebruiken.
* Verwisselbare media: Virussen kunnen worden verspreid via geïnfecteerde USB-drives, externe harde schijven of andere opslagapparaten. Wanneer een geïnfecteerd apparaat op een computer wordt aangesloten, kan het virus zich verspreiden.
* E-mailbijlagen: Schadelijke bijlagen met virussen kunnen via e-mail worden verzonden. Het openen van de bijlage kan de computer van de ontvanger infecteren.
* Softwaredownloads: Het downloaden en uitvoeren van geïnfecteerde software, vaak vermomd als legitieme programma's, kan virussen introduceren.
* Schadelijke websites: Als u gecompromitteerde websites bezoekt, kan er soms malware naar uw computer worden gedownload.
Kortom, terwijl een virus code op een computer *uitvoert* om deze te repliceren, heeft het *iets* nodig om de code van de ene machine naar de andere over te brengen. Het heeft geen poten of een zelfrijdend mechanisme om fysiek te reizen. |