De meeste computervirussen verspreiden zich via verschillende belangrijke methoden, waarbij vaak sprake is van menselijke interactie of kwetsbaarheden in software:
* E-mailbijlagen: Dit is een klassieke vector. Geïnfecteerde bijlagen, vaak vermomd als legitieme bestanden (bijvoorbeeld facturen, documenten), kunnen bij het openen kwaadaardige code uitvoeren en het systeem infecteren.
* Schadelijke websites: Als u gecompromitteerde websites bezoekt, kan malware op een computer worden gedownload zonder dat de gebruiker dit expliciet weet. Dit kan gebeuren via drive-by downloads (malware wordt automatisch geïnstalleerd wanneer de site wordt geladen) of via misleidende links of advertenties.
* Verwisselbare media (USB-drives, externe harde schijven): Geïnfecteerde bestanden op deze apparaten kunnen het virus verspreiden wanneer ze op een computer zijn aangesloten. Auto-run-functies (nu grotendeels standaard uitgeschakeld maar nog steeds mogelijk) kunnen automatisch kwaadaardige code uitvoeren.
* Softwarekwetsbaarheden: Door zwakheden in software (besturingssystemen, applicaties) te misbruiken, kunnen virussen binnendringen en zich verspreiden. Hackers richten zich vaak op bekende kwetsbaarheden voordat er patches worden uitgebracht.
* Peer-to-peer (P2P) netwerken voor het delen van bestanden: Het downloaden van geïnfecteerde bestanden van onbetrouwbare bronnen op P2P-netwerken is een gebruikelijke manier om virussen te verspreiden.
* Software-updates (minder gebruikelijk): Hoewel minder vaak voorkomend, kunnen gecompromitteerde software-updates kwaadaardige code bevatten die het systeem tijdens de installatie infecteert. Dit is een geavanceerde aanvalsmethode.
Het is belangrijk op te merken dat moderne virussen vaak verschillende van deze methoden combineren voor maximale impact en om detectie te omzeilen. Ze kunnen social engineering gebruiken om gebruikers ertoe te verleiden kwaadaardige bijlagen te openen of geïnfecteerde websites te bezoeken. |