Een TCP-sessie vertegenwoordigt een logische communicatie die plaatsvindt tussen twee eindsystemen met behulp van het Transmission Control Protocol (TCP) in de transportlaag. Het definieert de regels en procedures die de verzending en ontvangst van datapakketten tussen de communicerende systemen regelen.
Belangrijkste kenmerken van een TCP-sessie:
1. Einde-tot-eindverbinding :Een TCP-sessie vertegenwoordigt een speciale verbinding die tot stand is gebracht tussen de bron- en bestemmingssystemen, gekenmerkt door een unieke identificatie, het Transmission Control Block (TCB) of Socket ID.
2. Betrouwbaarheid :TCP biedt betrouwbare gegevenslevering en behandelt problemen zoals pakketverlies, pakketten die niet in de juiste volgorde staan en gegevenscorruptie die kunnen optreden bij netwerktransmissie. Dit wordt bereikt met behulp van bevestigings- (ACK)- en hertransmissiemechanismen.
3. Stroomcontrole :TCP beheert de snelheid waarmee gegevens worden verzonden en ontvangen om een situatie te voorkomen waarin de ontvanger overweldigd raakt of de afzender geen bufferruimte meer heeft. Het maakt gebruik van mechanismen zoals het ‘sliding window’-protocol en algoritmen voor congestiecontrole.
4. Verbindingsgericht :In tegenstelling tot verbindingsloze protocollen zoals UDP, brengt TCP een virtueel circuit of een bidirectionele verbinding tot stand voordat de gegevensoverdracht begint. Dit maakt functies zoals betrouwbaarheid en flowcontrol mogelijk.
5. Volgorde en bevestiging :Elk TCP-segment heeft een volgnummer, zodat pakketten in de juiste volgorde worden afgeleverd. Bevestigingsnummers geven ontvangen pakketten aan, waardoor de afzender ontbrekende segmenten kan volgen en opnieuw verzenden.
6. Foutcorrectie :TCP kan fouten in de verzending detecteren door controlesommen te gebruiken en bevestigingen uit te voeren. Als er fouten worden gedetecteerd, verzendt TCP de getroffen pakketten opnieuw.
7. Poortnummers :elk uiteinde van de TCP-sessie wordt geïdentificeerd door een 16-bits poortnummer. De combinatie van het bron-IP-adres, de bronpoort, het bestemmings-IP-adres en de bestemmingspoort identificeert op unieke wijze een TCP-sessie.
8. Full-duplexcommunicatie :TCP ondersteunt gelijktijdige gegevensoverdracht in beide richtingen (full-duplex), waardoor bidirectionele uitwisseling van segmenten mogelijk is.
9. Verbinding tot stand brengen en beëindigen :Voordat de gegevensoverdracht begint, wordt er een drieweghandshake uitgevoerd om een TCP-verbinding tot stand te brengen. Op dezelfde manier wordt een vierwegshandshake gebruikt om de verbinding netjes te verbreken, zodat alle verzonden gegevens worden ontvangen en bevestigd.
TCP-sessies zijn van fundamenteel belang voor een breed scala aan internettoepassingen, waaronder surfen op het web, bestandsoverdracht, e-mail, streaming media en vele andere. Ze bieden betrouwbare en efficiënte datacommunicatie via netwerken door verbindingsbeheer, foutcontrole en stroomcontrolemechanismen te integreren. |