Grazers en browsers zijn beide herbivoren, maar ze verschillen aanzienlijk in hun voedingsstrategieën en de soorten planten die ze consumeren:
* Grazers eet voornamelijk grassen en andere kruidachtige planten (niet-houtachtige planten). Ze hebben aanpassingen ontwikkeld om grote hoeveelheden grassen met een relatief lage voedingswaarde efficiënt te verwerken. Deze aanpassingen omvatten vaak:
* Gespecialiseerde spijsverteringssystemen: Veel grazers zijn herkauwers (zoals koeien, schapen en geiten) en beschikken over meerdere maagkamers om te helpen bij de afbraak van cellulose die in grassen wordt aangetroffen. Ze hebben vaak langere darmen om de extractie van voedingsstoffen te maximaliseren.
* Laaggekroonde tanden: Hun tanden zijn ontworpen voor het malen van grassen, die na verloop van tijd vaak verslijten, maar voortdurend worden vervangen.
* Sterke kaken en spieren: Nodig voor het efficiënt bijsnijden en kauwen van taaie grassen.
* Browsers eten voornamelijk bladeren, twijgen, knoppen en vruchten van bomen, struiken en andere houtachtige planten. Ze zijn selectiever in hun voeding dan grazers. Hun aanpassingen omvatten vaak:
* Hooggekroonde tanden: Ontworpen om de slijtage van houtachtig materiaal te weerstaan.
* Scherpe snijtanden: Voor het afknippen van bladeren en twijgen.
* Meer mobiele lippen en tongen: Om individuele bladeren en knoppen te manipuleren en selecteren.
* Spijsverteringssystemen minder gespecialiseerd in de vertering van cellulose dan herkauwers, hoewel sommige browsers ook aanpassingen hebben om te helpen bij het verwerken van houtachtig materiaal.
Kortom:Grazers voeden zich over het algemeen in bulk met laagblijvende, kruidachtige planten, terwijl browsers selectieve feeders zijn op de bladeren en scheuten van houtachtige planten. Er is uiteraard enige overlap en sommige dieren kunnen gemengd graas- en bladergedrag vertonen, afhankelijk van de beschikbaarheid van voedselbronnen. |