Windows-apparaatbeheer:
1. Open Apparaatbeheer.
- Druk op de Windows-toets + X
- Kies Apparaatbeheer
- Als alternatief kunt u zoeken naar "Apparaatbeheer" in het Startmenu.
2. Apparaatstatus verifiëren:
- Vouw in het venster Apparaatbeheer de categorie uit van het apparaat dat u wilt controleren.
- Het apparaat zou hier moeten worden vermeld als het door Windows wordt gedetecteerd.
3. Controleer de apparaatstatus:
- Klik met de rechtermuisknop op het apparaat en selecteer "Eigenschappen"
- In het gedeelte 'Apparaatstatus' van het venster Eigenschappen moet worden aangegeven of het apparaat correct werkt of dat er problemen zijn.
4. Zoek naar foutcodes:
- Als de Apparaatstatus foutcodes of berichten weergeeft, noteer deze dan.
- Deze codes kunnen u meer informatie geven over het specifieke probleem met het apparaat.
5. Uitgeschakelde apparaten inschakelen:
- Als het apparaat is uitgeschakeld, kunt u er met de rechtermuisknop op klikken en 'Inschakelen' selecteren om te proberen het in te schakelen.
6. Stuurprogramma-update:
- Als het apparaat niet goed lijkt te werken of problemen vertoont, probeer dan de stuurprogramma's bij te werken.
- Klik met de rechtermuisknop op het apparaat en selecteer 'Stuurprogramma bijwerken'.
- Volg de instructies op het scherm om de stuurprogramma's bij te werken of opnieuw te installeren.
7. Opnieuw opstarten:
- Soms kan een eenvoudige herstart van uw computer dergelijke problemen oplossen.
8. Wizard voor het oplossen van problemen:
- U kunt de Windows Troubleshooter gebruiken om veelvoorkomende apparaatproblemen te identificeren en op te lossen.
- Klik in Apparaatbeheer met de rechtermuisknop op het apparaat en selecteer 'Problemen oplossen'.
9. Fysieke inspectie:
- Zorg ervoor dat het apparaat goed is aangesloten en niet beschadigd is als het een extern apparaat is.
10. Apparaatspecifieke tests:
- Sommige apparaten beschikken mogelijk over specifieke diagnostische hulpmiddelen of tests die door de fabrikant zijn geleverd om hun functionaliteit te verifiëren. Gebruik deze hulpmiddelen indien beschikbaar.
11. Hardwarewijzigingen:
- Als u onlangs wijzigingen aan uw systeem heeft aangebracht, zoals het toevoegen van nieuwe hardware of het installeren van software, controleer dan of deze mogelijk conflicten met het apparaat veroorzaken.
12. Logbestanden:
- Event Viewer in Windows kan soms meer gedetailleerde informatie geven over apparaatgerelateerde problemen. Controleer de logboeken op fouten met betrekking tot het apparaat. |